Skip to main content

Op voorstel van minister-president Rudi Vervoort en Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, heeft het Brussels Parlement op woensdag 10 november het ontwerp van ordonnantie betreffende Brupartners goedgekeurd. Dankzij de ordonnantie kan deze instelling, na een bestaan van meer dan 25 jaar en na 15 jaar werking, voorzien worden van een organieke tekst in overeenstemming met de context van 2021. Ze maakt het bovendien mogelijk om twee belangrijke elementen van de algemene beleidsverklaring te integreren.

Enerzijds verankert de nieuwe ordonnantie het beginsel van de gedeelde prioriteiten. Terwijl de aanhangigmaking van Brupartners (verzoek om advies) voorheen pas na de goedkeuring in eerste lezing geschiedde, organiseert de nieuwe raadplegingsmethode een raadpleging van Brupartners voorafgaand aan de goedkeuring in eerste lezing van een wetgevende tekst, een regelgevende tekst of een programmatisch instrument (strategisch plan, actieplan, stappenplan, strategische nota, enz.). Deze specifieke procedure is van toepassing op bepaalde dossiers of projecten die erg belangrijk zijn voor het gewest en die voorafgaandelijk en in onderlinge overeenstemming tijdens de sociale toppen door de regering en de vertegenwoordigers van Brupartners worden geïdentificeerd en ook wel ‘gedeelde prioriteiten’ worden genoemd. Bovendien is het dankzij de ordonnantie mogelijk om in een zo vroeg mogelijk stadium rekening te houden met de opmerkingen van de sociale gesprekspartners en daadwerkelijk gezamenlijk het beleid van het gewest uit te bouwen.

Anderzijds biedt deze ordonnantie aan het secretariaat van Brupartners de mogelijkheid om de verschillende adviesorganen van het Brusselse Gewest te coördineren. Het is een belangrijke stap die het mogelijk zal maken om de werking van de adviesorganen te professionaliseren en te rationaliseren.

Tot slot bekrachtigt de tekst de mogelijkheid voor Brupartners om op initiatief of op vraag van een lid van de regering adviezen uit te brengen over gemeenschapsmateries, en meer bepaald over materies die onder de bevoegdheid vallen van de Brusselse gemeenschapscommissies (FGC, VGC of GGC).

Deze nieuwe ordonnantie is het resultaat van een samenwerking met Brupartners en zorgt ervoor dat de historische band tussen de Brusselse regering en de sociale gesprekspartners nog meer gewaardeerd kan worden.

Rudi Vervoort, minister-president: “Sinds mijn benoeming tot minister-president in 2013, heb ik ernaar gestreefd dat de Brusselse sociale dialoog een van de fundamentele instrumenten zou vormen van de regering op het vlak van het Brusselse economische en sociale beleid. Geleidelijk aan heeft de regering diverse beleidswerven tot een goed einde gebracht, gaande van het uitgebreide Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité, de organisatie van sociale toppen en de ontwikkeling van een originele overlegmethode in 2015 tot het afsluiten van de eerste sectorale raamovereenkomsten in 2018. Vandaag biedt de nieuwe ordonnantie een stevige basis voor al deze Brusselse overleginstrumenten en dit met steeds dezelfde essentiële doelstelling: ervoor zorgen dat het beleid aangepast is aan de werkelijkheid, de belangen van de inwoners en het Brusselse socio-economische weefsel.”

Barbara Trachte, staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie: “Dit ontwerp van ordonnantie is het resultaat van een gezamenlijk project dat wij samen met Brupartners tot een goed einde hebben gebracht. De veelvuldige ontmoetingen met de sociale gesprekspartners tijdens de hele crisis tonen aan dat het overlegmodel werkt en dat dit ontwerp van ordonnantie deze trend nog verstrekt. Vooral de logica van de gedeelde prioriteiten vergemakkelijkt het samen met de sociale gesprekspartners nemen van beslissingen met een belangrijke socio-economische impact voor het gewest en maakt het in deze pandemische tijden mogelijk te bouwen aan een gedeelde visie op de economische herontwikkeling van ons gewest.”

Paul Palsterman, voorzitter van Brupartners en Gewestelijk secretaris van het ACV: “In het licht van de sociale, economische en stedelijke beleidsvraagstukken die ons te wachten staan, in een moeilijke budgettaire context en een onzekere institutionele toekomst, zijn wij verheugd op deze ordonnantie, die het Brussels Gewest nog steviger verankert in een dynamiek van overleg tussen de sociale partners onderling, en tussen deze laatsten en de regering. De moeilijke periode die wij zojuist achter de rug hebben, heeft ons reeds in staat gesteld de procedures die tijdens de vorige zittingsperiode zijn ontwikkeld, verder uit te werken, bijvoorbeeld wanneer het erom gaat de stem van de bedrijfstakoverkoepelende sociale partners te koppelen aan de inachtneming van de sectorale dimensies. De opgedane ervaring zal waardevol zijn voor de toekomst.”

Jan de Brabanter, vice-voorzitter van Brupartners en secretaris-generaal BECI : “Gedurende de ganse période van de Covid-crisis hebben de Brusselse sociale partners bewezen om snel en efficiënt te kunnen overleggen : onder sociale partners maar eveneens met de Regering over de stringente en dringende maatregelen die noodzakelijk waren om de ondernemingen en de burgers te helpen en te beschermen voor erger. De nieuwe ordonnantie voor Brupartners en meer bepaald het inschrijven van de procedure van “gedeelde werven” voor prioritaire dossiers voorzien in het Regeerakkoord is een officiële erkenning van het belang en de efficiëntie van een goed sociaal overleg tussen Werkgevers, werknemers en de Regering.”