Op vrijdag 2 juni wordt de eerste ‘Klimaatdag’ gehouden in het Brussels Parlement. Dit is een buitengewone parlementaire zitting die van nu af aan jaarlijks wordt gehouden en die is ingevoerd via de Brusselse ‘klimaatwet’. Het is een gelegenheid voor de regering om aan de parlementsleden in de plenaire zitting uitleg te geven over de ambities die de regering nastreeft met haar Lucht-, Klimaat- en Energieplan en over de antwoorden die elk van de ministers in het kader van zijn bevoegdheden geeft op de klimaatuitdaging. De regering zal met name een overzicht geven van de opvolging die zal worden gegeven aan de 32 aanbevelingen die het Comité van Klimaatdeskundigen in zijn eerste onafhankelijke verslag heeft geformuleerd.
Die 32 aanbevelingen maken deel uit van het eerste verslag, dat in april werd uitgebracht, van het comité van onafhankelijke deskundigen inzake de strijd tegen de klimaatopwarming. De doelstelling van het verslag is om de uitvoering en de relevantie van het hele gewestelijke overheidsbeleid te evalueren in het licht van de klimaatdoelstellingen en -principes die zijn vastgelegd in de klimaatordonnantie, de ‘Brusselse klimaatwet’ die in 2021 is aangenomen.
Alle ministers van de Brusselse regering zullen tegenover de parlementsleden een standpunt innemen over de 32 aanbevelingen, die door de onafhankelijke deskundigen worden voorgesteld en die als ‘voorlopig’ worden bestempeld. Ze zullen ook antwoorden op vragen van de parlementsleden.
Minister Alain Maron: “Het is van essentieel belang dat onze maatregelen inzake de strijd tegen de klimaatopwarming het voorwerp uitmaken van een permanent, openbaar en democratisch debat, dat wordt gevoed door onafhankelijke en multidisciplinaire wetenschappelijke inzichten. De strijd tegen de klimaatverandering en de gevolgen ervan is een collectieve strijd die grootschalige maatschappelijke veranderingen zal vergen. Deze ‘klimaatdag’ in het parlement is daarom een belangrijk moment voor een debat. Het versterken van het democratisch debat over de uitdagingen op het gebied van klimaat en biodiversiteit was een van de prioriteiten in het regeerakkoord van 2019.”
Op basis van de aanbevelingen van de deskundigen zal aan alle ministers worden gevraagd om aan te tonen dat de strijd tegen de klimaatopwarming integraal deel uitmaakt van hun politieke beslissingen, binnen hun bevoegdheden. Die transversale aanpak is belangrijk omdat het klimaat iedereen aangaat. Deze buitengewone zitting maakt daarom de collectieve responsabilisering van de regering in de strijd tegen de klimaatopwarming concreet.
“De klimaatverandering gaat steeds sneller. Daarom moeten we de strijd tegen de klimaatopwarming opvoeren. Ter herinnering, het Brussels Gewest heeft in de loop van deze legislatuur beslist om zijn klimaatdoelstellingen en -acties aanzienlijk uit te breiden. We streven ernaar onze broeikasgasemissies tegen 2030 met minstens 47% te verminderen en tegen 2050 koolstofneutraliteit te benaderen”, zegt Alain Maron.
“Bij het lezen van dit eerste verslag kan ik alleen maar verheugd zijn dat het comité van deskundigen er het belang van inziet om een klimaat- en energietransitie te waarborgen die op sociaal vlak rechtvaardig is. De vaststellingen in dat opzicht, samen met de daaruit voortvloeiende aanbevelingen, moeten de stimulans en de drijvende kracht worden voor zowel het huidige als het toekomstige beleid om te zorgen voor een veerkrachtig en succesvol Brussels Gewest ten voordele van iedereen”, zegt Brussels minister-president Rudi Vervoort.