Skip to main content

Op 21 april heeft minister van Klimaattransitie en Energie Alain Maron in het Brussels Parlement een ontwerpordonnantie betreffende de organisatie van de thermische energienetten voorgesteld. Dit eerste wettelijke kader inzake thermische energie, dat doelbewust flexibel is om het ontstaan van vernieuwende projecten te garanderen, legt de rol en de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen vast met het oog op de ontwikkeling van hernieuwbare warmte en de bescherming van de verbruikers die op deze netten zijn aangesloten. Zo zijn de energieleveranciers bijvoorbeeld verplicht de levering van thermische energie voor huishoudelijk verbruik tijdens de winterperiode te waarborgen.

In het kader van de klimaattransitie vormt het koolstofarm maken van warmte een aanvulling op het beleid dat wordt gevoerd om de isolatie en energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren: die laatste verminderen de behoefte aan warmte, terwijl de ordonnantie betreffende de thermische energienetten een eerste stap is om de resterende warmtebehoefte geleidelijk koolstofarm te maken.

Voor Alain Maron, minister van Klimaattransitie, Leefmilieu en Energie: “Meer dan de helft van de Brusselse broeikasgasuitstoot is afkomstig van het energieverbruik van gebouwen. Aangezien het Brussels Gewest zich ertoe verbonden heeft om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn, is het essentieel om de energietransitie van de Brusselse gebouwen te versnellen. Deze ontwerpordonnantie is een cruciale juridische mijlpaal voor de geleidelijke vermindering van de broeikasgasuitstoot ten gevolge van warmteproductie. Thermische energienetten bieden immers een aanzienlijk potentieel dat moet worden benut om de energetische en solidaire transitie van ons gewest te verzekeren. Zo zullen de Brusselaars toegang hebben tot nieuwe bronnen van hernieuwbare energie, tegen minder volatiele kosten dan fossiele brandstoffen. Deze ontwerpordonnantie is een duidelijk signaal aan alle belanghebbenden om het potentieel van thermische energie in Brussel te ontwikkelen.”

Een warmtenet functioneert schematisch als een centrale verwarmingsinstallatie voor meerdere gebouwen of een wijk: een gecentraliseerd systeem voorziet de verschillende eenheden van verwarming, sanitair warm water of koeling. In Brussel bestaat dit type net bijvoorbeeld op universiteitssites en in duurzame wijken, zoals de Bervoetswijk in Vorst of de Tivoliwijk in Laken.

De belangrijkste voordelen van thermische energienetten zijn:

  • een betere energie-efficiëntie;
  • gemakkelijkere toegang tot hernieuwbare energiebronnen, waarbij de lokale hulpbronnen worden benut.

De warmte kan worden geproduceerd door geothermie, zonne-energie, biomassa, afvalwater, enz. Waar de stedelijke dichtheid van Brussel een obstakel vormt voor de individuele exploitatie van hernieuwbare energiebronnen (kleine, slecht georiënteerde daken, gebrek aan ruimte voor de installatie van een warmtepomp, enz.), is ze een voordeel voor de collectieve exploitatie ervan in thermische energienetten, in het bijzonder in gemengde en dichtbevolkte wijken. De leden van een net kunnen rechtstreeks handelen met een leverancier of een ‘thermische-energiegemeenschap’ vormen en zo deze energie onderling delen.

De ontwerpordonnantie voorziet in een certificering die de hernieuwbare oorsprong van de in de netten gebruikte energie garandeert, net als bij elektriciteit. De regering verbindt zich tot het ondersteunen van deze netten waarvan de thermische energie wordt opgewekt uit hernieuwbare bronnen of uit afvalwarmte en -koude, d.w.z. warmte of koude die rechtstreeks afkomstig is van industriële of tertiaire installaties, omdat het hefboomeffect van deze netten aanzienlijk is: één opgericht net en meerdere honderden individuele gebruikers die waarschijnlijk met fossiele brandstoffen (stookolie, gas) verwarmen, stappen in één keer over op een groenere verwarmingsmethode.

Ten slotte zullen de beheerders van thermische energienetten voortaan hun installatie moeten melden aan Leefmilieu Brussel. Zo zal het Brussels Gewest beschikken over een duidelijke inventaris van de aanwezige netten op zijn grondgebied, een kadaster dat momenteel niet bestaat. Een nauwkeurige kennis van de warmtemarkt is immers essentieel om de Brusselse energiebalans te verfijnen en deze thermische energienetten te integreren in de energietransitie van het Gewest.