De wetgevende tekst die de essentiële aanbevelingen van de burgercommissie over de modaliteiten van de uitrol van 5G in het Brussels Gewest concretiseert, is zopas in eerste lezing gevalideerd door de Brusselse regering.
Die tekst bevestigt het beginsel van een beperkte verhoging van de emissienorm voor niet-ioniserende straling, met inachtneming van het voorzorgsbeginsel en het standstillbeginsel en met het oog op de bescherming van de gezondheid van alle Brusselaars. De tekst bevat ook verplichtingen voor de operatoren, die tot doel hebben de milieugevolgen op het gebied van energie en afval in verband met 5G en met de bloei van de digitalisering te beperken.
De huidige emissienorm van 6 V/m (volt per meter) zal dus worden verhoogd tot 14,57 V/m buitenshuis en 9,19 V/m binnenshuis, met inbegrip van radio- en televisieantennes. Die norm blijft de strengste van het land, en ligt ver onder de aanbevelingen van de ICNIRP of de WHO.
Om die norm te bewaken beschikt het Gewest sinds 2007 over een beschermings- en meetsysteem dat een van de meest doeltreffende ter wereld is. Dankzij dat systeem kan de burger de blootstelling aan niet-ioniserende straling van alle gebouwen in Brussel online in 3D raadplegen. Dat systeem is de afgelopen maanden aangepast om te anticiperen op de toekenning van 5G-vergunningen door de federale regering, met de goedkeuring van een aangepast regelgevend kader en de verwerving en ontwikkeling van de nodige tools binnen Leefmilieu Brussel.
Het Gewest zal ook het milieukader van de digitale sector versterken, waarvan de negatieve impact helaas toeneemt. Zo heeft de regering besloten dat de telecomoperatoren deel moeten uitmaken van de gewestelijke ambities op het vlak van klimaat, energie en afvalpreventie. Zij zullen een ‘duurzaam en verantwoord digitaal plan’ moeten implementeren dat ervoor moet zorgen dat het energieverbruik van mobiele netwerken wordt teruggedrongen, waarbij verantwoording moet worden afgelegd. Zij zullen ook, onder toezicht van Leefmilieu Brussel, het publiek moeten sensibiliseren voor het voorkomen van afval van hun activiteiten, dat een nijpend probleem vormt.
En nu? Het voorontwerp van ordonnantie zal voor advies worden voorgelegd aan Brupartners en de Raad voor het Leefmilieu, en zal worden onderworpen aan een milieueffectbeoordeling en een openbaar onderzoek. Vervolgens zal het voor een tweede lezing aan de regering worden voorgelegd, en ten slotte aan de Raad van State en het Brussels Parlement.