Vandaag bevestigde een unieke remote-sensing studie, uitgevoerd op meer dan 130.000 voertuigen in Brussel, dat het hoog tijd is om de meest vervuilende voertuigen geleidelijk uit het stadsverkeer te halen. Door de werkelijke emissies van de voertuigen in het verkeer te meten, heeft deze studie aangetoond dat de voertuigen die door de volgende stappen van de Brusselse lage-emissiezone (LEZ) geweerd zullen worden, onevenredig veel luchtverontreinigende stoffen uitstoten. Het geleidelijk aan weren van deze voertuigen zal een aanzienlijk positief effect hebben op de luchtkwaliteit.
In België is luchtverontreiniging een belangrijk probleem voor de volksgezondheid: volgens het Europees Milieuagentschap is luchtverontreiniging jaarlijks verantwoordelijk voor 9.000 vroegtijdige sterfgevallen in het land, waarvan ongeveer 1.000 in Brussel. In het kader van de inspanningen om de luchtverontreiniging aan te pakken en zijn klimaatdoelstellingen te bereiken, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2018 een lage-emissiezone ingesteld. Met deze maatregel worden de meest vervuilende voertuigen geleidelijk geweerd om de lucht in Brussel schoner te maken. De uitfasering van de thermische voertuigen is voorzien tegen 2035.
In het najaar van 2020 heeft Leefmilieu Brussel in samenwerking met de International Council on Clean Transportation (ICCT) een nooit eerder geziene remote-sensing studie uitgevoerd. Bij dit project, dat werd uitgevoerd in het kader van het TRUE-initiatief (een internationaal partnerschap dat tot doel heeft voertuigen schoner te maken en de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren), werden de emissies van meer dan 130.000 voertuigen in Brussel in reële verkeersomstandigheden gemeten. De studie werd door de FIA Foundation en Bloomberg Philanthropies gefinancierd en liet toe om verschillende beleidsrelevante conclusies te trekken:
- De werkelijke stikstofoxide-emissies (NOx) van dieselauto’s die in Brussel rijden, en die nog niet moesten voldoen aan de nieuwe RDE-typegoedkeuringsvoorschriften (Real Driving Emissions) die sinds september 2019 voor alle nieuwe voertuigen gelden, overschrijden ruimschoots de wettelijke grenswaarden. Dat zijn de voertuigen die zijn gecertificeerd volgens Euro 4-, 5- en 6-normen (pre-RDE), maar waarvan de stikstofoxide-emissies in de praktijk 3, 4 en 5 maal hoger bleken te liggen dan de respectieve grenswaarden voor typegoedkeuring in het laboratorium. Deze resultaten komen overeen met studies in het kader van het TRUE-initiatief in andere Europese steden.
- Hoewel Euro 4-personenwagens met dieselmotor slechts 12% van het geteste wagenpark in Brussel uitmaken, zijn ze verantwoordelijk voor bijna de helft van de uitstoot van fijn stof en een kwart van de uitstoot van stikstofoxiden. Het verwijderen van deze voertuigen met hoge emissies uit de straten van Brussel in 2022 is dan ook een belangrijke stap om de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren en de gezondheid van de inwoners te beschermen.
- Evenzo vertegenwoordigen Euro 5-dieselvoertuigen, die in 2025 worden geweerd, 20% van de in Brussel gemeten personenwagens, maar zijn zij verantwoordelijk voor 40% van de stikstofoxide-emissies. Het weren van deze voertuigen in 2025 zal ook een uitermate positief effect hebben op de luchtkwaliteit in Brussel.
- Deze studie bracht ook informatie aan het licht over de uitstoot van fijn stof van het Brusselse wagenpark: metingen van aan de uitlaatpijp gaven aan dat 5% van de voertuigen die met een dieselroetfilter (DPF) zouden moeten zijn uitgerust, een uitstoot vertoonden die wezen op een slechte werking van of op de afwezigheid van de filter. Deze voertuigen met hoge emissies zijn naar schatting verantwoordelijk voor meer dan 90% van het totale aantal uitgestoten deeltjes van de geteste groep. Dit bevestigt dat beleidsmaatregelen die gericht zijn op de opsporing van dergelijke voertuigen de emissies van het wagenpark aanzienlijk kunnen verminderen.
- De verzamelde gegevens boden tot slot ook inzicht in de werkelijke prestaties van de nieuwste voertuigen in het Brusselse wagenpark, waarvan de emissieprestaties beter bleken te zijn dan die van oudere dieselvoertuigen, maar nog steeds hoger dan verwacht op basis van de wettelijke grenswaarden op de weg. Dit wijst op het belang van strenge Euro 7-regels en van een snelle overschakeling op voertuigen “zonder directe emissies”.
Alain MARON, minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met klimaatverandering, leefmilieu, energie en participatieve democratie, zei hierover: “De resultaten van deze studie zijn uiterst relevant voor de Brusselse regering. De gegevens die in het kader van dit project zijn verzameld tonen niet alleen aan dat de volgende mijlpalen van onze lage-emissiezone in 2022 en 2025 een behoorlijk positief effect zullen hebben op de luchtkwaliteit, maar zullen bovendien ons beleid voor het koolstofarm maken van het vervoer onderbouwen en ons in staat stellen maatregelen te treffen tegen fraude met roetfilters. Door het gebruik van de wagen in de stad terug te dringen en de interne verbrandingsmotor geleidelijk uit te bannen, verbeteren we de levenskwaliteit in onze stad.”
Sheila WATSON, adjunct-directeur van de FIA Foundation, voegde hieraan toe: “Het werk van TRUE blijft de aandacht vestigen op het verschil tussen wat voertuigen volgens de regelgeving zouden mogen uitstoten en wat ze in de praktijk in onze steden uitstoten. Met deze gegevens kunnen steden hun beleid toespitsen op het verbeteren van de luchtkwaliteit en hun wagenpark monitoren om te beoordelen wat het effect is van die beleidsmaatregelen.”
Antha WILLIAMS, Climate and Environment Program Lead bij Bloomberg Philanthropies, zei: “De gegevens en bevindingen van deze studie laten zien hoe gevaarlijk voertuigen met een hoge uitstoot zijn voor de volksgezondheid en de luchtkwaliteit in steden. Dit onderzoek zal beleidsmakers voorzien van essentiële informatie om emissies en luchtvervuiling aan te pakken en tegelijkertijd de effecten van lage-emissiezones te valideren en moderne emissiereductietechnologieën. We kijken ernaar uit om gegevensgestuurde inspanningen in Brussel en de rest van de wereld te blijven ondersteunen die gemeenschappen helpen de klimaatverandering te bestrijden en de volksgezondheid te verbeteren.”
Rachel MUNCRIEF, adjunct-directeur van ICCT, zei: “Voortdurende waakzaamheid en monitoring zijn noodzakelijk om de emissies van diesel en benzine te blijven verminderen, ook nu steden trachten over te schakelen naar emissievrije voertuigen. TRUE blijft steden technische en analytische ondersteuning bieden om hen te helpen hun doelstellingen in verband met luchtkwaliteit en klimaat te bereiken.”
Details publicatie
Het document downloaden:
“Evaluatie van de werkelijke emissies van voertuigen in Brussel”
https://theicct.org/publications/true-brussels-emissions-nov21