Skip to main content

Naar aanleiding van de stijgende energiekosten en op voorstel van Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, heeft de Brusselse regering 107 miljoen euro vrijgemaakt voor rechtstreekse steun aan ondernemingen in moeilijkheden die actief zijn in sectoren met een hoge energiegevoeligheid. Het platform om die Compenserende Energiepremie aan te vragen gaat open op 13 maart om 14 uur: https://energiepremies.brussels. Het is toegankelijk voor ondernemingen die over alle afrekeningsfacturen van 2021 en 2022 beschikken.

Deze Compenserende Energiepremie is het resultaat van uitgebreid overleg, zowel bij de uitvoering als bij de operationalisering ervan, met de sociale partners, de energieleveranciers, Sibelga, Brussel Economie en Werkgelegenheid en 1819.

Wie kan deze premie krijgen?

Om de economische sectoren te bepalen die gevoelig zijn op het vlak van energie heeft de regering zich gebaseerd op een studie van het BISA, dat een methodologie van het Planbureau gebruikt heeft. Of een onderneming toegang heeft tot de steunmaatregel wordt bepaald op basis van de NACE-btw-code (zie bijgevoegde tabel). In totaal gaat het om ongeveer 39 000 ondernemingen.

Naast de NACE-btw-code zijn er ook andere criteria om in aanmerking te komen voor de steunmaatregel. Een van de belangrijkste criteria is de omzet van de onderneming in 2022, die ten minste 50 000 euro moet bedragen als de onderneming één vestigingseenheid heeft (75 000 euro als er twee vestigingseenheden zijn, 100 000 euro als er ten minste drie vestigingseenheden zijn). Alle voorwaarden waaraan voldaan moet worden om de premie te krijgen, kunnen geraadpleegd worden op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid.

Hoeveel bedraagt de premie?

Het gaat om 30 % van de extra kosten voor gas en elektriciteit in 2022 ten opzichte van 2021, met een plafond van 50 000 euro als de onderneming actief is in een zogenaamde energiegevoelige sector of 100 000 euro als de onderneming actief is in een zogenaamde zeer energiegevoelige sector.

De administratie zal maximaal zes verschillende EAN-meters in aanmerking kunnen nemen voor de toekenning van de Compenserende Energiepremie (drie voor elektriciteit, drie voor gas), waardoor ondernemingen met verschillende vestigingseenheden in aanmerking genomen kunnen worden.

 

Wanneer kan de premie aangevraagd worden?

Om de premie te kunnen aanvragen, moet een onderneming beschikken over de afrekeningsfacturen voor het jaar 2021 en de afrekeningsfacturen voor het volledige jaar 2022 voor gas en/of elektriciteit voor alle vestigingseenheden.

Er zijn dus drie mogelijke gevallen, afhankelijk van het tijdstip waarop de afrekeningsfacturen ontvangen worden:

  1. Een onderneming die over alle afrekeningsfacturen voor 2022 beschikt, kan vanaf nu haar aanvraag indienen.
  2. Een onderneming die jaarlijks gefactureerd wordt en haar afrekeningsfacturen tussen half maart en 30 juni ontvangt, kan haar aanvraag indienen wanneer ze over alle afrekeningsfacturen beschikt.
  3. Een onderneming die jaarlijks gefactureerd wordt en tussen 1 juli en 31 december haar afrekeningsfacturen ontvangt, zal vanaf 1 juli de facturen voor heel 2022 vervroegd aan Sibelga kunnen vragen. Zodra ze die facturen ontvangen heeft, kan ze de premie aanvragen.

Elke vraag om informatie die voorafgaat aan het indienen van een premie-aanvraag kan gesteld worden aan 1819.

Barbara Trachte, Brussels staatssecretaris voor Economische Transitie: ‘Deze rechtstreekse steunmaatregel, die bedoeld is voor de sectoren die het gevoeligst zijn op het vlak van energie, moet de druk verlichten op de cashflow van ondernemingen die het meest door de stijgende energieprijzen getroffen worden. De premie is een aanvulling op andere steunmaatregelen die de versnelling van de energietransitie bevorderen, zoals de verhoging van de RENOLUTION-premies, de Energy&Reno-lening, het Economisch Transitiefonds en de versterking van het EnergiePack. Daarnaast zullen binnenkort ook twee andere premies beschikbaar zijn om ondernemingen te helpen investeren in installaties die minder energieverslindend zijn.’