Het is van essentieel belang om de natuur en de biodiversiteit te beschermen, zelfs in een stad. Ook de strijd tegen de ineenstorting van de biodiversiteit, de weerbaarheid van de stad tegen klimaatverandering en de levenskwaliteit en gezondheid van de Brusselaars zijn cruciaal. Als antwoord op de verbintenissen die werden aangegaan op COP 15 Biodiversiteit heeft het Brussels Gewest, hoewel het grotendeels verstedelijkt is, zich ertoe verbonden om tegen 2030 de biodiversiteit op 25% van zijn grondgebied te beschermen. Dat heeft de Brusselse regering deze donderdag beslist, onder impuls van Rudi Vervoort, Brussels Minister-President bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling, en Alain Maron, Brusselse minister van Leefmilieu.
Vandaag is 14,7% van het Brusselse grondgebied al beschermd. Het gaat om natuurreservaten en Natura 2000-gebieden. De bescherming van 25% van het grondgebied tegen 2030 zal betrekking hebben op nieuwe soorten gebieden en betekent dus een sprong vooruit van meer dan 10% van het grondgebied en 70% ten opzichte van de gebieden die al beschermd waren. Op dit moment wordt al 2.373 hectare beschermd en tegen 2030 zal dat 4.206 hectare zijn.
“Als onze natuur sterk en bloeiend is, kunnen we erop rekenen dat ze ons beschermt, een goede levenskwaliteit garandeert en bijdraagt aan onze gezondheid. Daarom vormt de bescherming van de natuur in een stedelijke omgeving een prioriteit voor mij. Het was mijn bedoeling dat Brussel gehoor zou geven aan de oproep van de Europese Commissie om proactief bij te dragen aan de Europese doelstelling om tegen 2030 30% van het grondgebied van de Unie te beschermen. Brussel speelt vandaag, vlak voor het Belgisch Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, zijn rol als hoofdstad van Europa en verbindt zich als dichtbevolkt stedelijk gebied ertoe een kwart van zijn grondgebied te beschermen”, legt Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu, uit.
“Bij wijze van vergelijking: we zijn in ons Stadgewest een oppervlakte aan het beschermen die vergelijkbaar is met die van het Zoniënwoud. Dat is geen kleinigheid! En dit alles zonder systematisch de toegang van het publiek tot deze ruimten te ontzeggen, zodat ze hun essentiële rol kunnen blijven spelen als koelte-eilanden, rustplekken, ontmoetingsplaatsen, sport- en recreatievoorzieningen enz.”, aldus Rudi Vervoort, Brussels Minister-President, bevoegd voor Territoriale Ontwikkeling.
De bescherming van die gebieden kan op verschillende manieren gebeuren. Zo kan de bestemming ervan in het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) worden gewijzigd, kan er worden gezorgd voor meer proactieve ecologische beheerplannen voor de bestaande groene ruimten of kunnen zeldzame en waardevolle soorten die in bepaalde gebieden aanwezig zijn op lange termijn worden beschermd. Het is niet de bedoeling om natuurreservaten te creëren die ontoegankelijk zijn voor het publiek, maar wel om de biodiversiteit te beschermen, te herwaarderen en te verbeteren waar ze zich bevindt, of het nu om braakliggende terreinen of om verstedelijkte wijken gaat.
Die verbintenis ten gunste van de biodiversiteit zal zich vertalen in de bescherming en proactieve herwaardering van de biodiversiteit in een groot deel van de openbare grondreserves zoals Josaphat in Schaarbeek, Keyenbempt in Ukkel, Wiels in Vorst, Mijlemeers in Anderlecht en Schaarbeek-Vorming.
Het doel van de Europese Unie in het kader van haar biodiversiteitsstrategie is om 30% van het landoppervlak te beschermen. Hoewel Brussel een stedelijk gewest is, neemt het zijn verantwoordelijkheid door zich ertoe te verbinden 25% van zijn grondgebied te beschermen ten behoeve van de biodiversiteit, de gewestelijke weerbaarheid tegen klimaatverandering en de levenskwaliteit en gezondheid van zijn inwoners.