Tijdens de COP28 op maandag 11 december heeft de Brusselse minister van Klimaattransitie, Alain Maron, een verhoging van de Brusselse bijdrage aan het Aanpassingsfonds aangekondigd. Dat fonds is bedoeld ter ondersteuning van ontwikkelingslanden die bijzonder hard worden getroffen door de rampzalige gevolgen van de klimaatverandering. Die financiering bedraagt dit jaar 2,6 miljoen euro. Daarnaast is er een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend met Enabel, het Belgisch ontwikkelingsagentschap.
De Europese wetenschappelijke dienst Copernicus kondigde het een paar dagen geleden aan: 2023 wordt het warmste jaar dat ooit is gemeten. In de afgelopen jaren zijn de gevolgen van de klimaatverandering steeds zichtbaarder geworden en ze staan nu buiten kijf.
In het kader van de internationale klimaatonderhandelingen hebben de geïndustrialiseerde landen zich er dan ook toe verbonden om de ontwikkelingslanden te steunen bij hun klimaatacties. Dat is een fundamentele stap om de emissiereducties in die landen te versnellen en de aanpassingsinspanningen te ondersteunen in de landen die het zwaarst worden getroffen door de klimaatverandering. Die internationale klimaatfinanciering is van cruciaal belang voor het bereiken van ambitieuze en evenwichtige internationale akkoorden.
Tijdens de tweede week van de COP28 besliste Alain Maron, minister van Klimaattransitie, om de steun van het Brussels Gewest aan een emblematisch multilateraal instrument dat werd opgezet om ontwikkelingslanden te steunen, te verhogen: het Aanpassingsfonds. Dat is vooral belangrijk voor landen die sterk zijn blootgesteld aan de gevolgen van de klimaatverandering. Dankzij het fonds kunnen met name concrete aanpassingsprojecten worden ondersteund, zoals overstromingsbeheer, de ontwikkeling van nieuwe landbouwpraktijken, enz. In 2023 zal die bijdrage gestegen zijn tot 2,6 miljoen euro, waardoor het Brussels Gewest een van ‘s werelds grootste bijdragers per capita blijft.
Alain Maron, Brussels minister van Klimaattransitie: “De versnelling van de klimaatverandering en de toename van de schade die ze veroorzaakt, vooral in ontwikkelingslanden, vraagt om een krachtige en snelle reactie van de internationale gemeenschap. We hebben maar één planeet, dus het is van cruciaal belang dat we solidair zijn in onze strijd tegen de klimaatverandering en samen handelen, ieder met de middelen die ons ter beschikking staan. Door de steun voor het Aanpassingsfonds te verhogen, geeft Brussel een belangrijk signaal op zijn niveau.”
Tegelijkertijd werkt het Gewest ook samen met Enabel, het Belgisch ontwikkelingsagentschap. Zo heeft Brussel een overeenkomst hernieuwd om concrete klimaatacties op het terrein te ondersteunen voor een bedrag van 4.150.000 euro tussen 2023 en 2026. Met die bilaterale financiering zullen met name projecten worden ondersteund in Mozambique (toegang tot drinkwater in plattelandsgebieden), Rwanda (verstedelijking met integratie van op de natuur gebaseerde oplossingen) en Palestina.
Tot slot zal de aanpassing aan de klimaatverandering een van de drie prioriteiten zijn van het Belgische voorzitterschap van de Raad Milieu, dat in januari 2024 begint.