Op voorstel van de minister-president van het Brusselse Gewest, Rudi Vervoort, de minister voor Gezondheid en Welzijn, Alain Maron, de staatssecretaris voor Huisvesting, Nawal Ben Hamou, en Elke Van den Brandt, voorzitter van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), hebben de Brusselse regering en het Verenigd College van de GGC op donderdag 31 maart beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen. Dat is een stijging met bijna 35% ten opzichte van 2021 (€ 965.000). 700 personen zullen baat hebben bij die beslissing en zullen een waardige en veilige woning kunnen vinden.
De tijdelijk bezetting van leegstaande gebouwen is de laatste jaren toegenomen in het Brusselse Gewest, met name als gevolg van het tekort aan betaalbare woningen, de migratiecrisis en, de laatste maanden, ook de COVID-19-gezondheidscrisis. Die bezettingen vinden plaats in een context van armoede en onzekerheid, waar nog gezondheids- en zelfs veiligheidsproblemen bovenop komen, gezien de omstandigheden waarin die bezettingen plaatsvinden.
Tijdens de gezondheidscrisis zijn die bezettingen toegenomen als gevolg van de beperkingen van de lockdown en het inkomensverlies dat veel mensen ondervinden, vooral degenen zonder verblijfsvergunning.
Om de welzijns- en gezondheidsrisico’s te beperken en de veiligheid van de bewoners te garanderen, heeft de Brusselse regering beslist om in 2022 een budget van € 1.300.000 vrij te maken om initiatieven voor tijdelijke bezetting van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden te ondersteunen.
Die gezamenlijke beslissing sluit aan bij het meerderheidsakkoord van de Brusselse regering waarin het volgende is bepaald: “De Regering zal initiatieven voor tijdelijke bezetting bevorderen en tegelijk voorzien in het voortbestaan van het sociaal woningenbestand op lange termijn.” en “De Regering zal het (reglementair en praktisch) gemakkelijker maken om plannen voor overgangsbeheer uit te werken en tijdelijke gebruiksbestemmingen te regelen door een loket “tijdelijke gebruiksbestemmingen” op te richten om vlotter informatie te verstrekken en de verantwoordelijken van tijdelijke gebruiksprojecten op weg te helpen.”
De doelstelling van die beslissing is om initiatieven voor tijdelijke bezetting te ondersteunen. Die moeten voldoen aan bepaalde richtlijnen:
- Ze hebben betrekking op kwetsbare personen, met name op het gebied van hun administratieve situatie, met inbegrip van minderjarigen en gezinnen met minderjarige kinderen.
- De bezetting moet worden goedgekeurd door de eigenaar van het betrokken gebouw en moet worden geregeld door middel van een overeenkomst voor tijdelijk gebruik (kosteloos).
- De ondersteunde projecten zullen in de eerste plaats projecten zijn met een redelijke omvang (bij voorkeur tot 100 personen) om het interne beheer van de bezetting door de coördinerende verenigingen en de harmonieuze integratie van de projecten in hun omgeving te vergemakkelijken.
De financiële tussenkomst van het Brusselse Gewest en de GGC dekt de energie- en verzekeringskosten en, indien nodig, de kosten van de aanpassingswerken om de veiligheid van de bewoners te garanderen, conform de aanbevelingen van de DBDMH. Bovendien is er een versterking voorzien van de OCMW’s van de gemeenten waar de projecten worden uitgevoerd om de toegang tot rechten en hulp voor de gehuisveste personen te vergemakkelijken.
Het nastreven van die doelstelling vormt een aanvulling op de versterking van de opvangfaciliteiten voor kwetsbare personen (daklozen en zogenaamde ‘transmigranten’).
Gelijktijdig met dit mechanisme heeft de regering beslist om een loket ‘tijdelijke gebruiksbestemmingen’ op te richten. De ondersteunde projecten (7 projecten tot nu toe) kunnen voor methodologische en technische steun terecht bij Citydev, de BFUH en de betrokken gemeenten.
Rudi Vervoort, Brussels minister-president: “Het Gewest heeft zijn deel van de verantwoordelijkheid op zich genomen om de uitdaging van de noodopvang aan te gaan en zich aan te sluiten bij de dynamiek van de mobilisatie van leegstaande gebouwen voor sociale doeleinden. Het betreft gerichte middelen die ons uiteraard niet mogen doen vergeten dat dringend verder moet worden gezocht naar structurele en permanente oplossingen. ”
Alain Maron, minister van Gezondheid en Welzijn in de Brusselse regering: “Deze beslissing versterkt alle maatregelen die de Brusselse regering heeft genomen om kwetsbare doelgroepen te kunnen blijven opvangen, naast de prioritaire doelstelling om zoveel mogelijk daklozen duurzaam te herhuisvesten. Samen met Rudi Vervoort, Nawal Ben Hamou en Elke Van den Brandt streven wij een dubbele doelstelling na: menswaardige huisvesting aanbieden en strijden tegen de leegstand van gebouwen, die in Brussel meer dan 6 miljoen m² vertegenwoordigt. [1] Deze beslissing is de concretisering van het verband tussen het welzijnsbeleid en huisvesting.”
Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou: “Het vergemakkelijken van de tijdelijke bezetting van gebouwen wanneer ze een thuis kunnen bieden aan de meest kansarmen is van essentieel belang om aan de groeiende vraag te voldoen. Die korte- of middellangetermijnoplossingen kunnen voorkomen dat de personen die ervoor in aanmerking komen op straat belanden en dat is van essentieel belang. Gebouwen leeg laten staan is dus geen optie. Wij rekenen op de publieke en private bereidheid om de strijd aan te gaan tegen deze extreme en onaanvaardbare onzekerheid in de hoofdstad van Europa.”
[1] Volgens de vzw Communa staat er in Brussel meer dan 6 miljoen vierkante meter leeg, wat overeenkomt met de oppervlakte van de gemeente Elsene.