Skip to main content

De Brusselse regering heeft op vrijdag 18 maart 2022 haar intentie bevestigd om de spoorinfrastructuur voor goederenvervoer op de site Schaarbeek-Vorming te herstellen. Dankzij deze principeovereenkomst, bedoeld om het goederenvervoer koolstofvrij te maken, zullen er binnenkort mogelijkerwijs 18.500 vrachtwagens minder rondrijden op de Brusselse ring[1]. Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu, is verheugd dat de gesprekken met Georges Gilkinet, federaal minister van Mobiliteit, hebben geleid tot een scenario om de bestaande infrastructuur aan te passen, in overleg met Infrabel en de Haven van Brussel. De overeenkomst moet het mogelijk maken een juridisch imbroglio, dat het gevolg is van een beslissing uit 2004 over de ontmanteling van de infrastructuur, op constructieve wijze te ontwarren.

Context

In het verleden beschikte de site Schaarbeek-Vorming over infrastructuur die voor een trimodale verbinding (water/spoor/weg) met de economische zone van de Voorhaven zorgde. Die infrastructuur is echter op 1 januari 2021 buiten gebruik gesteld, in overeenstemming met het koninklijk besluit van 30 december 2004, waarbij is bepaald dat het terrein van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur (FSI), eigenaar van de site, tegen december 2020 bouwrijp en verkoopklaar moest zijn. Infrabel heeft daarom het onderhoud van de sporen stopgezet met het oog op de ontmanteling ervan. De infrastructuur is echter de laatste mogelijkheid om in Brussel goederen per spoor te vervoeren, met een verbinding naar de haven van Brussel, en vormt ook een strategische schakel in het goederenvervoer op het niveau van de drie Europese corridors: de rail freight corridor (RFC) Rijn–Alpen, de RFC Noordzee-Middellandse Zee en de RFC Noordzee-Oostzee. De buitengebruikstelling van de verbinding zou het Belgische en Europese spoornet in zijn geheel verzwakken.

In 2018 is de Haven van Brussel, gesteund door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, daarom naar de rechter gestapt om de ontmanteling van de verbinding te voorkomen. De zaak is nog in behandeling, maar de partijen wilden via onderhandelingen een gezamenlijke oplossing vinden. Die is op vrijdag 18 maart 2022 gevalideerd door de Brusselse regering.

Overeenkomst tussen het Gewest en de federale overheid

Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu, is dus verheugd dat de gesprekken met Georges Gilkinet, federaal minister van Mobiliteit, hebben geleid tot een scenario om de bestaande infrastructuur aan te passen, in nauw overleg met het FSI, Infrabel en de Haven van Brussel.

Infrabel heeft een technische oplossing voorgesteld om de infrastructuur te behouden door het tracé, dat momenteel parallel loopt met de Vilvoordselaan, lichtjes te wijzigen, om het verbindingsspoor en de huidige lijn 25N samen te brengen en zo de site Schaarbeek-Vorming te ontsluiten.

Momenteel lopen er gesprekken met de Haven van Brussel om het vrachtvervoer op korte termijn mogelijk te maken, maar ook om te waarborgen dat, op langere termijn, het project verenigbaar is met de bestudeerde toekomstige ontwikkelingen op de site Schaarbeek-Vorming. Zeer binnenkort zal de netbeheerder een stedenbouwkundige vergunning aanvragen en de partijen zullen afspraken maken om de principeovereenkomst in een concrete vorm te gieten en het spoor zo snel mogelijk in gebruik te kunnen nemen.

Belang van het goederenvervoer per spoor

Naar verwachting zal het goederenvervoer in België tegen 2040 met 25% toenemen[2]. Voor België komt dat tussen 2008 en 2030 neer op een stijging met 68% van het aantal tonkilometers dat door goederen wordt afgelegd. Spoorvervoer is een van de belangrijke vervoersoplossingen. De toegevoegde waarde ervan is niet te verwaarlozen[3]. Spoorvervoer:

  • verbruikt gemiddeld zes keer minder energie dan wegvervoer en stoot negen keer minder CO2 uit;
  • veroorzaakt acht keer minder luchtvervuiling;
  • biedt een oplossing voor het groeiende probleem van de stedelijke congestie.

Het goederenvervoer per spoor past in feite in een gewestelijk (via het GoodMove-plan), nationaal (via het federaal regeerakkoord) en internationaal (via het trans-Europese vervoersnetwerk – TEN-T) streven om het goederenvervoer over de weg te verminderen. Dat valt samen met de doelstellingen om de koolstofimpact voor het Brusselse gewest en op nationaal niveau te verminderen, aangezien in het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP), waarvan de doelstellingen in 2019 zijn herzien, wordt benadrukt dat het noodzakelijk is om voor goederenvervoer de voorkeur te geven aan spoorvervoer, en zo een stijging van 12% van het totaal naar 20% in 2030 te realiseren.

De logistieke sector verdient dan ook meer aandacht in het mobiliteitsdebat. Er moet dus worden nagedacht over de modal shift van die sector naar het water en het spoor.

Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu, bevoegd voor de haven van Brussel: “Het goederentransport per trein is een echte troef voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals blijkt uit de toenemende vraag van economische actoren die wachten op duurzame logistieke oplossingen en een modal shift willen initiëren. Het maakt het ook mogelijk sneller af te stappen van thermische energie voor het vervoer van grote hoeveelheden goederen en garandeert de veerkracht van de keten in een context van toenemende druk op fossiele brandstoffen. Dat is noodzakelijk als we het Brussel van morgen van goederen willen voorzien! Ik ben dan ook verheugd dat dit omstreden dossier baat heeft gehad bij de welwillendheid van alle partners, die ik bedank.”

Georges Gilkinet, federaal minister van Mobiliteit: “De federale regering heeft als doelstelling om het volume van het goederenvervoer per spoor te verdubbelen tegen 2030. In het regeerakkoord staat ook dat alle drempels voor de toegang tot het spoor voor de goederenvervoerders zo veel mogelijk zullen worden weggenomen. Daarom heb ik er veel tijd en energie in gestoken om een minnelijke schikking te vinden in deze rechtszaak, om te voorkomen dat de aansluiting van de haven van Brussel op het spoorwegnet zou worden opgeheven. Ik juich dan ook toe dat er samen met de federale regering, de Brusselse regering en Infrabel een nieuwe stap gezet wordt om de knoop in dit ingewikkelde dossier te ontwarren en de haven van Brussel opnieuw aan te sluiten op het spoor. Dat is goed voor de economie, voor meer verkeersveiligheid en voor het klimaat.”

Benoît Gilson – CEO van Infrabel: “Voor onze economie en voor het milieu is het belangrijk dat de haven van Brussel opnieuw aangesloten wordt op het spoor. Daarom zullen we nu snel de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning indienen om deze spooraansluiting te realiseren. Graag wil ik alle betrokkenen bedanken voor de samenwerking. Infrabel kijkt uit naar het verkrijgen van de nodige vergunning om op een constructieve manier verder te gaan in dit dossier.”