In Brussel wordt nog elke dag te veel bruikbaar onverkocht voedsel weggegooid, wat bijdraagt tot voedselverspilling, terwijl de nood van de voedselhulpsector groot blijft. De Brusselse supermarkten zullen daarom binnenkort verplicht worden om hun onverkochte voedingsproducten te doneren. Een bepaald aantal supermarkten doet dat weliswaar al op vrijwillige basis, maar het verplicht stellen van deze donaties zal het mogelijk maken om meer substantiële hulp te bieden aan de voedselhulpverenigingen, en tegelijkertijd de strijd tegen voedselverspilling opvoeren. Op initiatief van Alain Maron, Brussels minister van Welzijn, werd donderdag in eerste lezing een ontwerpordonnantie in die zin aangenomen.
Vanaf 2024 zullen de supermarkten met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² verplicht zijn om hun onverkocht voedsel dat nog kan worden geconsumeerd, te doneren. Hoewel veel supermarkten dat al vrijwillig deden, moet het verplicht stellen van donaties helpen om de voedselvoorraden van de goede doelen die de minstbedeelden helpen, te vergroten. “Als je bedenkt dat alleen al in Brussel 70.000 personen een beroep doen op voedselhulp, is het onaanvaardbaar dat we nog altijd tonnen eetbaar voedsel weggooien. De verplichting om ze te doneren zal niet alles oplossen, maar zolang de voedselhulpverenigingen die onverkochte voorraden nodig hebben, vind ik dat we ze moeten helpen. We moeten er alles aan doen om het werk van die verenigingen, die dagelijks strijden tegen armoede, te ondersteunen”, aldus minister Alain Maron.
Deze nieuwe regel zal gevolgen hebben voor meer dan honderd supermarkten in Brussel. “Gemiddeld doneert een supermarkt in Brussel iets meer dan een ton nog bruikbare voedingswaren per maand. Dat is al mooi, maar we kunnen nog verder gaan, want er wordt nog veel te veel voedsel weggegooid. Europa vraagt ons trouwens om voedselverspilling tegen 2030 met 30% te verminderen. Door donatie verplicht te stellen, slaan we twee vliegen in één klap: we steunen de goede doelen die het nodig hebben en we verminderen ook de voedselverspilling, wat ook een milieuprobleem is.”
Heel concreet zal er een overeenkomst worden gesloten tussen de supermarkt en de begunstigde organisatie. Tot nu toe bestond er geen wettelijk kader voor de vrijwillige donatie, wat tot spanningen tussen de verschillende partijen kon leiden. “Soms doen supermarkten een toezegging om op vrijwillige basis te doneren, maar trekken ze zich op het laatste moment terug. Of bepaalde verenigingen komen hun toezeggingen aan supermarkten niet na. In heel wat gevallen worden de voedingsmiddelen te laat gedoneerd en kunnen ze niet meer binnen een redelijke termijn worden geconsumeerd. Door een kader voor deze donaties vast te stellen in de vorm van overeenkomsten, kunnen we zowel de supermarkten als de verenigingen richtsnoeren bieden om hun relaties zo soepel mogelijk te laten verlopen. In dat perspectief willen we begeleiding bieden om de spelers te helpen zich aan te passen aan dit nieuwe kader”, legt Alain Maron uit. Dat moet het werk vergemakkelijken van de twee logistieke platformen, Dream en Loco, die verantwoordelijk zijn voor het inzamelen van de onverkochte goederen.
Na de goede doelen zullen de bedrijven die onverkochte voedingswaren hergebruiken of doorverkopen aan particulieren en zo bijdragen tot de strijd tegen verspilling, ook nog altijd toegang hebben tot de onverkochte voedingsmiddelen van de supermarkten via de logistieke platformen. Bij het door de Brusselse regering aangenomen kader wordt de toegang tot onverkocht voedsel georganiseerd om de concurrentie te vermijden die soms bestaat tussen goede doelen en commerciële spelers.
Het voorontwerp van ordonnantie zal nu voor advies worden voorgelegd aan de adviesraden en de Raad van State, voordat het opnieuw zal worden behandeld door de regering en ter stemming zal worden voorgelegd aan het Brussels Parlement.