Skip to main content

Hoewel 14% van het Brusselse grondgebied is aangewezen als Natura 2000-gebied, moesten die gebieden nog worden voorzien van beheerplannen om een coherente en doeltreffende bescherming te garanderen. Alain Maron, Brussels minister van Leefmilieu, heeft daar een prioriteit van gemaakt voor deze legislatuur en de Brusselse regering is bezig met de goedkeuring van beheerplannen voor elk van die gebieden. De eerste Natura 2000-beheerplannen voor de bosgebieden en vochtige gebieden van de Molenbeekvallei (Poelbos, Moeras van Jette-Ganshoren, Laarbeekbos, Dielegembos, Koning Boudewijnpark) werden na openbare onderzoeken definitief goedgekeurd op donderdag 24 maart. In de komende maanden zullen nog meer goedkeuringsrondes volgen.

Het Natura 2000-netwerk

Het Natura 2000-netwerk is een Europees netwerk van bijzondere natuurgebieden, waarin landen zich ertoe verbinden de bescherming van de biodiversiteit te verzoenen met de menselijke activiteiten. Bijna 20% van het Europese grondgebied maakt deel uit van dat netwerk. In Brussel bestrijkt het Natura 2000-netwerk 14% van het gewestelijke grondgebied en omvat het een vijftigtal gebieden, verspreid over drie grote zones:

  • het Zoniënwoud met bosrand en de Woluwevallei in het zuidoosten van Brussel (2.071 ha);
  • de bosgebieden en open gebieden in Ukkel (134 ha);
  • de vochtige gebieden en bosgebieden van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Gewest (116 ha).

 Het beheer van de Natura 2000-gebieden

Overeenkomstig de Europese wetgeving heeft elk Natura 2000-gebied specifieke doelstellingen voor natuurbescherming. In de Natura 2000-beheerplannen worden de concrete maatregelen vastgesteld die moeten worden genomen om die doelstellingen te bereiken, rekening houdend met de specifieke kenmerken van het gebied, zowel op natuurlijk als op sociaal-economisch gebied: hier een moerasgebied, daar moestuinen, een wijngaard, een bloemenweide …

Alain Maron, minister van Leefmilieu: “Ik heb van de goedkeuring van de Natura 2000-beheerplannen een prioriteit van deze legislatuur gemaakt. Door een geharmoniseerd en duurzaam beheer van onze groene ruimten te ontwikkelen, zijn de Natura 2000-plannen een echte kans om de biodiversiteit in ons Gewest te behouden en te herstellen. Dankzij de concrete acties uit die plannen krijgt de natuur de mogelijkheid om zich te herstellen en te ontwikkelen. Door ons natuurlijk erfgoed te beschermen, bestrijden we de gevolgen van de klimaatverandering en zorgen we voor een gezonde en aangename leefomgeving voor de Brusselaars.”

Met de Natura 2000-beheerplannen wordt dus een duidelijk en coherent kader vastgesteld voor alle actoren van elk gebied, dat momenteel door tientallen verschillende protagonisten wordt beheerd of bewoond (gewestelijke, federale of gemeenschapsadministraties, gemeenten, OCMW’s, particuliere eigenaars, enz.). Zo is de Kauwbergsite voor 75% eigendom van het Brussels Gewest (Grondregie, Leefmilieu Brussel) en voor 25% van particuliere of semi-overheidseigenaars (NMBS, gemeente, kerkfabriek, enz.). Die plannen worden gecoördineerd door Leefmilieu Brussel en er wordt dus uitgebreid over overlegd voordat ze door de regering worden goedgekeurd, zodat de verschillende eigenaars en actoren het eens worden over de relevante maatregelen om de instandhoudingsdoelstellingen voor het gebied te bereiken.

Maëlle De Brouwer, schepen van Leefmilieu in Ukkel: “De dialoog die bestaat sinds Leefmilieu Brussel met de gemeente Ukkel het beheer van de Kauwberg heeft overgenomen, is een echte meerwaarde voor het behoud van de biodiversiteit in het gebied. Naast de gronden die ze bezit, zoals het vochtige gebied aan de Sint-Jobsesteenweg waar de Geleytsbeek weer in zijn historische bedding stroomt, ontwikkelt de gemeente ook het groene netwerk rond en tussen de verschillende Natura 2000-gebieden.”

De concrete Natura 2000-beheermaatregelen zijn talrijk en gevarieerd en aangepast aan de lokale kenmerken van elk gebied. Enkele voorbeelden:

  • het dood hout in het gebied behouden omdat het koolstof opslaat en onderdak of voedsel biedt aan vele dier-, schimmel- en plantensoorten;
  • het gedifferentieerd maaien ontwikkelen, d.w.z. de frequentie en de hoogte van het maaien aanpassen aan het gebruik (spelen, nestelen, wilde bloemenweiden die essentieel zijn voor bestuivers, enz.);
  • paden afbakenen om wilde paden en vertrapping van kwetsbare natuurlijke habitats (bv. waar vogels op de grond nestelen) te vermijden;
  • het gebruik van elk gebied afbakenen (recreatiegebieden, moestuinen, rustgebieden voor de fauna, enz.);
  • de ontwikkeling aanmoedigen van een gevarieerde flora die de biodiversiteit bevordert en bestand is tegen de klimaatverandering;
  • de afvloeiing en de natuurlijke terugwinning van het regenwater verbeteren om een goede voorziening voor de flora te garanderen;
  • de oevers van de waterlopen herstellen;

Voor het Zoniënwoud en het Natura 2000-gebied met de vochtige gebieden en bosgebieden van de Molenbeekvallei in het noordwesten van het Gewest bestaan er voortaan Natura 2000-beheerplannen. De overige plannen worden momenteel afgerond en zullen na raadpleging en een openbaar onderzoek geleidelijk door de regering worden goedgekeurd tegen april 2024.

Meer informatie?

Simon Vandamme, woordvoerder van Alain Maron – 0479 66 03 23