Skip to main content

De leden van de Commissie Leefmilieu van het Brussels Parlement hebben op woensdag 1 december, op initiatief van Alain MARON, minister van Klimaattransitie en Leefmilieu, de herziening goedgekeurd van de twee ordonnanties die de watervoorziening in het Brusselse gewest regelen. In het kader van de invoering van de werkelijke kostprijs van water in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal het einde van de bevriezing van de watertarieven, om aan deze Europese verplichting te voldoen, de intercommunale Vivaqua in staat stellen de noodzakelijke herinvesteringen in haar net te garanderen en tegelijk haar financiële stabiliteit te bewaren. De Brusselse gewestelijke meerderheid neemt haar verantwoordelijkheid door in deze ordonnanties krachtige sociale maatregelen op te nemen, waaronder het einde van waterafsluitingen voor huishoudelijke gebruikers vanaf 1 januari 2022 en de invoering van een sociale tegemoetkoming in de waterprijs.

In november 2019 is de Brusselse regering toegetreden tot de Blauwe Gemeenschap (Blue Community), waarmee ze zich ertoe verbindt het beginsel van toegang tot drinkwater als fundamenteel mensenrecht te verdedigen. Volgens de Koning Boudewijnstichting leeft een op de vier Brusselse huishoudens in waterarmoede.

In het licht van die vaststelling en op basis van de parlementaire werkzaamheden hieromtrent, heeft de minister van Leefmilieu bij het begin van de legislatuur de werkgroep ‘Waterarmoede’[1] opgericht. De leden van die werkgroep hebben zich gebogen over de concrete acties die moeten worden ondernomen om de toegang tot water voor iedereen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verbeteren en zo waterarmoede terug te dringen.

Concreet zijn de belangrijkste sociale maatregelen die in de ontwerpordonnantie zijn opgenomen:

  • Het verbod op waterafsluitingen voor huishoudelijke gebruikers, want toegang tot drinkwater is een grondrecht. Dit toekomstige verbod, dat op 1 januari 2022 van kracht wordt, zal gepaard gaan met maatregelen om wanbetaling te voorkomen.
  • De toekenning van een jaarlijkse sociale tegemoetkoming in de waterprijs aan elk huishouden met het statuut van ‘Begunstigde van een Verhoogde Tegemoetkoming’ (BVT) op 1 januari van het betrokken jaar. Deze sociale tegemoetkoming moet alle betrokken huishoudens – d.w.z. bijna 30% van de Brusselse huishoudens – een lagere waterfactuur garanderen ten opzichte van 2021. De precieze parameters van de tegemoetkoming zullen bij regeringsbesluit worden vastgesteld. Deze maatregel zal binnen drie jaar worden geëvalueerd om na te gaan of hij correct wordt toegepast en beantwoordt aan de doelstellingen die ermee worden nagestreefd. Er zullen maximale inspanningen worden geleverd om het niet-gebruik van dit nieuwe recht te voorkomen.
  • De toekenning van een redelijk afbetalingsplan door Vivaqua aan alle huishoudens die moeite hebben om hun waterfactuur te betalen en om zo’n plan verzoeken. De voorwaarden voor het afbetalingsplan zijn in de ordonnantie vastgelegd.

Daarnaast is er een andere belangrijke maatregel: de terugkeer naar een lineaire tarifering voor alle Brusselaars, en dus de afschaffing van de progressieve tarifering, ingevoerd in 2006, waarvan de solidariteits- en ecologische doelstellingen niet zijn bereikt, zoals gesuggereerd in de adviezen van het Comité van watergebruikers en Brupartners tijdens hun raadpleging over deze teksten.

Een wetenschappelijke studie van de ULB[2] sluit aan bij die adviezen. De studie ‘Waarom geen einde maken aan de progressieve tarifering van het water in Brussel?’ heeft immers aan het licht gebracht dat met deze tarifering niet aan de vooropgestelde sociale doelstellingen wordt tegemoetgekomen, in die zin dat alleenstaanden of personen met een laag inkomen er geen voordeel uit halen (hun basisverbruik blijft hoog, met name als gevolg van minder waterzuinige huishoudtoestellen), maar ook dat de tarifering er niet noodzakelijkerwijs toe leidt dat de verbruikers rationeler omgaan met water (dit is de inelasticiteit van het waterverbruik ten opzichte prijs ervan).

De inhoud van de factuur zal ook worden herzien om de gebruikers meer informatie over hun rechten te geven. De factuur zal een hele reeks aanvullende informatie bevatten, met name over de sociale tegemoetkoming, de mogelijkheid om een redelijk afbetalingsplan en/of financiële bijstand van het Sociaal Waterfonds aan te vragen, of om een specifiek tarief te genieten in geval van een waterlek, enzovoort. Die informatie zal elke gebruiker in staat stellen een beter inzicht te krijgen in de diensten die beschikbaar zijn om hem te helpen.

Alain MARON, Brussels minister van Klimaattransitie en Leefmilieu: “De toegang tot water voor alle Brusselaars, in het bijzonder de meest kansarmen, zal worden verbeterd. De Brusselse meerderheid wil het fundamentele recht op toegang tot drinkwater voor iedereen versterken en waterarmoede in Brussel daadwerkelijk terugdringen. De Brusselse huishoudens zullen dus toegang hebben tot krachtige preventieve maatregelen, die erop gericht zijn de betaling van hun waterfactuur te vergemakkelijken en wanbetalingen zoveel mogelijk te voorkomen, maar ook tot beschermende maatregelen, met name via de sociale tegemoetkoming in de waterprijs – waardoor de waterfactuur voor de betrokken huishoudens zal dalen – of het verbod op waterafsluitingen voor huishoudelijke gebruikers vanaf 1 januari 2022.

Dit kon worden bereikt dankzij de inzet en het harde werk van de Brusselse parlementsleden en alle leden van de werkgroep Waterarmoede – van sociale actoren tot operatoren, waaronder Brugel. Ik dank hen voor de goede samenwerking bij de uitwerking van deze maatregelen, die erop gericht zijn waterarmoede in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest drastisch te verminderen. Deze wijziging van de ordonnanties is echt het resultaat van een intensieve en langdurige samenwerking tussen al deze actoren van ons gewest.”

Deze ontwerpordonnantie, die is goedgekeurd in de Commissie Leefmilieu van het Brussels Parlement, zal nu worden voorgelegd aan de plenaire vergadering van hetzelfde parlement, zodat ze op 1 januari 2022 in werking kan treden.

 

[1] Vivaqua, Brugel, Leefmilieu Brussel, het Interfederale Steunpunt tot bestrijding van armoedebestaansonzekerheid en sociale uitsluiting en de actoren van de strijd tegen armoede, schuldenlast en waterarmoede (Infor GasElek, FdSS, schuldbemiddelingsdiensten, Federatie van OCMW’s – Brulocalis, vrederechters en een groep onderzoekers van de ULB) maken deel uit van de werkgroep.

[2] Door X. May, J.-M. Decroly, L. de Guiran, P. Bacqaert, C. Deligne, P. Lannoy en V. Marziali (ULB) in Brussels Studies.