Skip to main content

Na lange maanden van werken, overleg plegen en onderhandelen zijn de verschillende Brusselse regeringen (die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) het met de sociale partners, vakbonden en werkgevers eens geworden over de inhoud van een akkoord voor de Brusselse non-profitsector voor de jaren 2021-2024.

 

Op 15 juli van dit jaar namen de Brusselse regeringen op voorstel van Brussels minister-president Rudi Vervoort en de minister-voorzitter van het college van de Franse Gemeenschapscommissie Barbara Trachte twee onuitgegeven beslissingen. Zo breidden zij de perimeter van het non-profitakkoord uit tot bepaalde gewestelijke sectoren. En hoewel de budgettaire situatie van het Brussels Gewest structureel beschouwd niet zo rooskleurig oogt, verhoogden ze het budget dat oorspronkelijk voor het Brusselse non-profitakkoord 2021-2024 was uitgetrokken van 30 miljoen euro naar 57 miljoen euro tegen het einde van de legislatuur.

 

De bevoegde kabinetten, de sociale partners en de administratie hebben zeer hard gewerkt om samen tot een evenwichtig en vernieuwend akkoord te komen. Het akkoord beoogt de mensen op het veld zoveel mogelijk voordeel te laten halen uit de maatregelen die erin zijn vastgelegd. Het sluit aan bij het streven van de Brusselse regeringen om een antwoord te bieden op de uitdagingen voor de non-profitsector door middel van maatregelen die de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de jobs bij de Brusselse operatoren veilig moeten stellen.

 

Het non-profitakkoord komt tegemoet aan vijf grote doelstellingen die naargelang de realiteit in de sector een verschillende invulling zullen krijgen:

 

  • er zal geleidelijk een loonsverhoging voor de werknemers in de non-profit worden doorgevoerd door de IFIC-classificatie en het IFIC-loonmodel te implementeren. Daarvoor wordt tegen het einde van de legislatuur een budget van 40 miljoen euro vrijgemaakt. De werknemers zullen daardoor mogen rekenen op gemiddeld tot vijf procent meer loon;

 

  • om de arbeidsomstandigheden te verbeteren, treden vanaf 2022 maatregelen in voege om de werkbaarheid te bevorderen. Die maatregelen moeten de beroepen minder zwaar en meer aantrekkelijk maken. Daartoe moet worden bijgedragen door het recht op drie opeenvolgende weken verlof, uurroosters die van tevoren bekend zijn, het Tandemplan, stabiele arbeidsovereenkomsten, enzovoort;

 

  • de personeelsnormen worden versterkt;

 

  • om hun mobiliteit binnen Brussel te bevorderen, zullen alle werknemers van de vzw’s in de non-profit een voorkeurtarief in de vorm van een vrijkaart genieten;

 

  • innoverende maatregelen op het vlak van gedeeld gebruik en ondersteuning moeten de verschillende sectoren sterker maken door de functies op een meer overkoepelende wijze te organiseren.

 

De sociale partners en de regering hebben tevens overeenstemming bereikt over de verdeling van het meerjarige begrotingskader van 2021 tot 2024. Dat kader moet het mogelijk maken om de IFIC-classificatie en het IFIC-loonmodel vanaf 1 juli 2022 volledig te implementeren in de gezondheidszorgsectoren die naar de GGC zijn overgeheveld en die ressorteren onder paritair comité 330. Daarvoor is een budget van 19 miljoen euro beschikbaar.

 

Rudi Vervoort, minister-president van de Brusselse regering: “Ik ben zeer tevreden met dit akkoord, dat niet alleen welbepaalde nieuwe maatregelen, maar dankzij een inhaalbeweging ook maatregelen uit de vorige akkoorden toegankelijk zal maken voor een groter aantal essentiële sectoren van het gewest. Het non-profitakkoord 2021-2024 weerspiegelt ons streven om de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de non-profitsectoren in het Brussels Gewest te vrijwaren en de budgettaire inspanning van de regering zichtbaar te maken in het dagelijkse leven van de werknemers. Zo bevat het akkoord naast maatregelen voor een loonsverhoging, waardoor de koopkracht van de werknemers in de naar de GGC overgehevelde gezondheidszorgsectoren vanaf juli 2022 zal toenemen (met een budget van een 19 miljoen euro gaat een groot deel naar de rusthuizen en de rust- en verzorgingstehuizen), ook maatregelen rond “werkbaarheid” die moeten leiden tot betere arbeidsomstandigheden en werk en privé meer met elkaar in evenwicht moeten brengen.”

 

Barbara Trachte, minister-voorzitter van de Franse Gemeenschapscommissie: “Dit is een bijzonder ambitieus non-profitakkoord! Het komt tegemoet aan de verzuchtingen op het vlak van loon, werk, arbeidsomstandigheden, de structurele versterking van de sectoren en de manier waarop zij bijdragen aan de transitie. De werknemers van de sector en in het bijzonder iedereen die actief is in de gezondheidszorg, stonden tijdens de gezondheidscrisis in de frontlinie. Zij verdienen extra waardering. Dankzij dit akkoord zal de kwaliteit van het dienstenaanbod van de betrokken verenigingen zeker en vast omhoog gaan, zodat zo goed mogelijk kan worden voldaan aan de behoeften van de Brusselaars. Ik ben ook heel tevreden dat er een enveloppe wordt uitgetrokken om de middelen te bundelen en de diensten daardoor beter te laten samenwerken”.

 

Perscontacten:

Voor Minister-President Rudi Vervoort

Zeynep Balci Woordvoerster +32 498 81 65 14

Voor Staatssecretaris bevoegd voor Economische transitie Barbara Trachte

Nicolas Roelens Woordvoerder +32 485 89 83 95