Skip to main content

Brussel, dinsdag 24 oktober 2023 – De commons in het Brussels Gewest tellen momenteel 31.694 leden. Zo’n 440 werknemers (of 267 voltijdse equivalenten) en 1.520 vrijwilligers zetten zich ervoor in. Dat blijkt uit een studie in opdracht van Leefmilieu Brussel en Brussel Economie en Werkgelegenheid op initiatief van minister Alain Maron en staatssecretaris Barbara Trachte. 

Commons zijn gemeenschappen van personen die een hulpbron beheren, naast de markt en de overheid, op basis van een kader dat collectief tussen deze personen is vastgelegd. Het kan bijvoorbeeld gaan over een energiegemeenschap, een medisch centrum of een voedingscoöperatie. 

Het aantal commons in Brussel is de laatste jaren sterk gestegen: bijna de helft (45%) bestaat minder dan zeven jaar. Maar terwijl het aantal groeit, zijn deze initiatieven vaak weinig bekend. De gepubliceerde studie zet al deze projecten in de schijnwerpers. 

“De commons in kaart brengen en er vertrouwd mee raken, betekent ook de initiatief- en beslissingsbevoegdheid erkennen die in de handen van onze burgers ligt. De commons zijn een echte inspiratiebron voor Brussel op het vlak van participatief bestuur”, legt Alain Maron, Brussels minister van Participatieve Democratie, uit. 

De studie brengt in totaal 103 Brusselse commons in kaart, die actief zijn op verschillende domeinen zoals voeding, huisvesting, informatica, gezondheid en cultuur. Deze commons tellen een aanzienlijk aantal leden (31.694 leden), en hebben nog meer begunstigden: volgens berekeningen bereikt een op de vijf commons meer dan 1.000 personen. Zo bestaat de coöperatie BeesCoop uit 1.500 coöperanten. 

“De Brusselse commons scheppen werkgelegenheid. Ze maken onze economie nog duurzamer op milieuvlak, en komen tegemoet aan fundamentele sociale behoeften. Daarom ondersteunen we de economie van de commons, en de burgers met innovatieve projecten binnen deze economie”, licht Barbara Trachte, staatssecretaris voor Economische Transitie, toe. 

Commons hebben vaak een lage koolstofafdruk en helpen onze biodiversiteit te beschermen en onze natuurlijke hulpbronnen te regenereren. Dankzij een ervan konden bijvoorbeeld 70.000 bomen worden geplant in Brussel en omstreken; een andere stelt voor om het gebruik van machines en gereedschap voor ambachtslieden te delen; nog een andere maakt meubels van hout uit het Zoniënwoud, waardoor de productie kan worden geherlokaliseerd. Sommige commons bieden ook oplossingen voor meer kwetsbare groepen, bijvoorbeeld op het gebied van de toegang tot huisvesting of zorgverlening voor personen in een precaire situatie.  

Actieplan 

De studie omvat ook een concreet actieplan om de Brusselse commons te ondersteunen op basis van wat er wordt gedaan in andere pionierssteden zoals Barcelona, Gent of Grenoble.  

“De commons zijn per definitie in de eerste plaats een aangelegenheid van de leden ervan, maar de overheid kan ze meer slagkracht geven. Er zijn verschillende actiepistes mogelijk, zoals de oprichting van een representatief orgaan en een Brussels handvest voor de commons om partnerschappen te organiseren tussen de overheid en de commons”, legt minister Alain Maron uit. 

“Om zich te kunnen vestigen, moeten de commons vaak een beroep doen op tijdelijk gebruik; we zouden dat type gebruik kunnen vergemakkelijken en veiligstellen. Bovendien zouden de administraties bewust kunnen worden gemaakt van de commons, zodat ze er beter mee vertrouwd raken en partnerschappen kunnen overwegen, met name door openbare ruimten ter beschikking te stellen”, besluit staatssecretaris Barbara Trachte. 

Ter info 

De Brusselse commons in kaart : https://geco.firstlife.org/wall